Door: Jillian Birza
Wanneer je je verdiept in het letselschaderecht, zul je ongetwijfeld de volgende twee juridische termen tegenkomen: pre-existentie en predispositie. Deze woorden kunnen wat ingewikkeld klinken, maar ze zijn van groot belang binnen een letselschadeprocedure. Het is dus belangrijk om goed te begrijpen wat ze betekenen. Aan de hand van een voorbeeld zal ik ze goed proberen uit te leggen.
Laten we als voorbeeld Kevin nemen. Op een ochtend was hij onderweg naar zijn werk en raakte hij plots betrokken bij een kettingbotsing. Geheel buiten zijn eigen schuld om. Hierbij liep hij een whiplash op, met nek- en rugklachten tot gevolg. Kevin stelt de automobilist die de kettingbotsing heeft veroorzaakt aansprakelijk voor zowel de schade aan zijn auto als de letselschade die hij heeft opgelopen bij het ongeval. De schade aan zijn auto wordt snel vergoed, omdat deze gemakkelijk aan te tonen is. Maar de nek- en rugklachten zijn een ander verhaal.
De verzekeraar van de automobilist die Kevin heeft aangereden wil namelijk weten of Kevins klachten daadwerkelijk een gevolg zijn van de kettingbotsing. Ze vragen Kevin om zijn medische gegevens te delen zodat deze kunnen worden gecontroleerd door een medisch adviseur. Aan de hand van deze medische gegevens kan de adviseur dan beoordelen of er in Kevin zijn zaak sprake is van misschien wel pre-existentie of predispositie. Het vaststellen hiervan kan namelijk van invloed zijn op de schadevergoeding die Kevin uiteindelijk zal krijgen.
Pre-existentie: Stel je voor dat Kevin, voordat hij betrokken raakte bij de kettingbotsing, al last had van nek- en rugklachten. Hij had die pijn al een tijdje voordat het ongeluk gebeurde en is hiervoor naar de huisarts geweest die het toen in zijn medisch dossier heeft gezet. In dit geval noemen we de nek- en rugklachten van Kevin een ‘’pre-existentie’’. Het was er dus al vóór het ongeval.
Predispositie: Stel je nu voor dat Kevin na de kettingbotsing, waarbij hij nek- en rugletsel opliep, veel langer deed over zijn herstel dan de meeste mensen zouden doen. Zelfs met medische behandelingen leek hij maar langzaam vooruit te gaan. Dit kan te maken hebben met zijn persoonlijke aanleg oftewel ‘’predispositie’’ om langzamer te herstellen van letsel, ongeacht of hij ooit eerder rugproblemen had gehad.
Kortom, pre-existentie heeft dus te maken met problemen die er al waren voordat er een ongeval plaatsvond, terwijl predispositie verwijst naar iemand zijn natuurlijke aanleg om op een bepaalde manier te reageren op letsel en gezondheidsproblemen. Laten we eens kijken naar wat er kan gebeuren met Kevins schadevergoeding, afhankelijk van of hij te maken heeft met pre-existentie of predispositie.
Pre-existentie voor Kevin: Kevin had in dit voorbeeld dus al last van nek- en rugklachten voordat de kettingbotsing plaatsvond. De verzekeraar van de wederpartij kan nu aanvoeren dat een deel van Kevins huidige klachten te maken heeft met zijn oude nek- en rugpijn. Dit kan invloed hebben op hoeveel geld Kevin uiteindelijk kan krijgen. Ze kunnen beargumenteren dat alleen een deel van zijn medische kosten en inkomstenverlies vergoed moet worden en dat ze alleen betalen voor de verergering van de klachten, omdat een deel van de schade er al was voor het ongeval. Dit zou kunnen betekenen dat Kevin uiteindelijk minder geld krijgt dan als er geen pre-existentie was geweest.
Predispositie voor Kevin: Kevin had na de kettingbotsing langer nodig dan de meeste mensen om te herstellen van zijn letsel. Dit had te maken met zijn persoonlijke aanleg, oftewel ‘’predispositie’’. Hij had nooit eerder nek- en rugklachten gehad maar door zijn aanleg is hij hier gevoeliger voor. Hier is waar het interessant wordt: bij predispositie kan de schadevergoeding langer worden toegekend dan voor iemand zonder die aanleg. Dat betekent dat Kevin gedurende een langere tijd vergoeding kan krijgen voor medische kosten, inkomstenverlies en andere schadeposten. Het kan doorgaan tot hij volledig is hersteld of totdat er geen verdere verbetering meer mogelijk is. Maar er is een twist: als de verzekeraar aannemelijk maakt dat Kevin later in zijn leven waarschijnlijk toch last van zijn nek en rug zou hebben gekregen door deze aanleg, kan de schadevergoeding beperkt worden tot een bepaalde periode, omdat hij er ergens in zijn leven immers toch mee te maken gekregen zou hebben. Er wordt uitgegaan van een hypothetische situatie, hoe had Kevins leven eruit gezien als hij nooit betrokken was geweest bij de kettingbotsing? Deze vraag is erg lastig te beantwoorden, je kunt het immers niet controleren.
Het belangrijkste om te onthouden is dat de uitkomst van een letselschadezaak afhangt van de specifieke feiten van de zaak en de medische informatie van de behandelend sector. Het is hierbij altijd verstandig om juridisch advies in te winnen en een ervaren belangenbehartiger in de arm te nemen om ervoor te zorgen dat je een eerlijke en rechtvaardige schadevergoeding krijgt, vooral wanneer pre-existentie en predispositie een rol spelen.