Het is een horrorscenario voor iedere ouder: je kind gaat gezellig spelen in een indoor speelparadijs. Tijdens het spelen op een springkussen valt je kind lelijk en loopt ernstig of zelfs fataal letsel op. Het ongeval van Maurycy is hiervan een goed voorbeeld. Helaas gebeuren er steeds meer van dit soort ongevallen. In 2017 kwamen er zo’n 2.200 mensen op de eerste hulp na de val van een springkussen. In 2007 waren dit nog maar 1.400. Een stijging van bijna 60 procent! Gemiddeld 6 keer per dag (bron: NOS). Als je dit overkomt, wat kun je dan doen en hoe zit het met de aansprakelijkheid? Wij leggen het u uit.
Zorgplicht organisatie
Als er een ongeval op een springkussen plaatsvindt, dan spreken we over een ‘sport- en spelsituatie’. Vaak is er dan sprake van een verhoogd risico op ongevallen. Op de organisatie (dit kan de eigenaar / huurder en/of exploitant zijn) rust dan een zorgplicht ten opzichte van de ‘deelnemers’. De organisatie moet de nodige voorzorgsmaatregelen nemen om zoveel mogelijk ongevallen te voorkomen. Deze zorgplicht berust op de artikelen 6:173, 6:181 en 6:162 Burgerlijk Wetboek.
Veiligheid springkussen
Allereerst moet de organisatie zorgen voor een correcte plaatsing van het springkussen. En het springkussen moet over de nodige veiligheidscertificaten beschikken. Het springkussen moet natuurlijk technisch in orde zijn. Welke overige voorzorgsmaatregelen er moeten worden genomen, hangt sterk af van de omstandigheden van het geval. Iedere situatie moet apart worden bekeken. Maar als er in een specifiek geval er een gevaar is, dan heeft het de voorkeur dat de organisatie het gevaar wegneemt. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van matten en/of kussen die de val van een springkussen kunnen breken. Kan het gevaar niet (helemaal) weg worden genomen, dan moet er voldoende toezicht worden gehouden en/of worden gewaarschuwd. Een goed voorbeeld hiervan is een stoplicht bij een glijbaan in een zwembad. Dit is een waarschuwingsmechanisme om de veiligheid zoveel mogelijk te waarborgen. Maar een 100% veiligheidsgarantie heb je bij het stoplicht niet.
Inspanningsverplichting
De zorgplicht van de organisatie heeft zijn grenzen. Het is niet zo dat de organisatie volledige veiligheid moet garanderen. Het is een inspanningsverplichting. De organisatie moet zich inspannen om de risico’s voor de deelnemers zoveel mogelijk te voorkomen en beperken. Als zich een ongeval voordoet, maar de organisatie heeft alles gedaan wat van haar gevergd kon worden? Dan is zij niet aansprakelijk. Een goed voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2014:5015), waarbij de organisator van een stormbaan voldoende toezicht en begeleiding had gehouden om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Toezicht en aansprakelijkheid NVWA
Om er voor te zorgen dat springkussens veilig zijn, houdt de NVWA toezicht. Zij controleert speeltoestellen op veiligheid. Volgens de NVWA is sprake van een onveilig speeltoestel als deze niet correct wordt geplaatst, een veiligheidscertificaat ontbreekt en/of sprake is van een technische fout. Bij onvoldoende zorgvuldig toezicht kan echter ook de NVWA aansprakelijk zijn. Zo heeft de NVWA op 3 september 2018 de aansprakelijkheid erkend voor het overlijden van Maurycy na een fatale val van een speeltoestel (Bron: nu.nl).
Tot slot
Niemand wil dat zijn of haar kind een ongeval overkomt. Zeker niet als dit tijdens een leuk uitje gebeurt. Maar als u dit toch overkomt? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen! Bel ons op telefoonnummer: 050-7074 742 of e-mail naar info@smitjuridischadvies.nl.